Verzoekers (werkgever en werknemer) niet-ontvankelijk in verzoek tegen verzekeraar na bedrijfsongeval.
Rechtbank Overijssel 28 maart 2023 | |
Werknemer is op 18 maart 2013 een arbeidsongeval overkomen. Werkgever heeft een AVB-polis afgesloten bij verzekeraar. De vordering van werknemer op werkgever is verjaard. Werkgever en werknemer proberen toch de schade af te wentelen op een verzekeraar. Dat lukt niet. | |
Verzoek | Rechtbank |
Verzoekers 1 en 2 verzoeken de kantonrechter:
(1) voor recht te verklaren dat artikel 7:942 BW van toepassing is op de verhouding tussen verzoeker 2 en verweerster en dat verzoeker 2 zijn schadeclaim tijdig bij verweerster heeft ingediend, zodat er geen sprake is van verjaring; (2) te bepalen dat de kosten van de procedure gedragen zullen worden door verweerster.
|
Werkgever kan niet worden aangemerkt als de in artikel 1019w Rv bedoelde persoon, omdat zij geen schade lijdt als gevolg van dood of letsel dus niet-ontvankelijk;
Werknemer kan wel deelgeschil starten, maar hij heeft geen op hem zelf betrekking hebbend verzoek geformuleerd. Artikel 7:942 BW ziet immers op de relatie tussen verzoeker 2 als verzekerde en verweerster als verzekeraar. Ook het verzoek van werknemer dient dus niet-ontvankelijk verklaard te worden. Ook werknemer wel ontvankelijk zou zijn geweest, was het verzoek niet toegewezen. Het probleem is niet of werkgever tijdig meldde bij verzekeraar. De kosten worden niet begroot, omdat de deelgeschilprocedure volstrekt onnodig of onterecht is ingesteld. |
Voorwaardelijk zelfstandig tegenverzoek
Verweerster verzoekt de kantonrechter om, indien de kantonrechter van mening is dat de vordering van verzoeker 1 niet is verjaard, voor recht te verklaren dat de vordering van verzoeker 1 op verzoeker 2 is verjaard, zodat verweerster niet gehouden is om de claim van verzoeker 1 in behandeling te nemen.
|
Verzekeraar kan worden ontvangen in haar tegenverzoek. Op de dag van het ongeval was het voor verzoeker 1 direct duidelijk dat hij letsel had aan zijn voet. Hij is immers dezelfde dag geopereerd. Het was ook direct duidelijk dat de werkgever de (eventueel) aansprakelijke partij was. Dit betekent dat de verjaring van de vordering van verzoeker 1 op verzoeker 2 op 19 maart 2013 is gaan lopen en op 19 maart 2018 was verstreken. De vordering is dus verjaard. Doordat de vordering van verzoeker 1 op verzoeker 2 is verjaard, kan verzoeker 2 deze vordering niet meer met succes bij verweerster indienen. Op grond van de polisvoorwaarden is verzoeker 2 gehouden om alles na te laten wat de belangen van verweerster kan schaden. Dat verzoeker 2 zich jegens verzoeker 1 niet heeft beroepen op verjaring kan gezien worden als schading van de belangen van verweerster, waardoor verzoeker 2 het recht op uitkering verliest. De kantonrechter verklaart voor recht dat verweerster niet is gehouden om de claim van verzoeker 1 in behandeling te nemen. |
Door het tegenverzoek staan de verhouding meteen goed vast: de zaak van werknemer is verjaard.