Gevorderde kosten buiten rechte zijn zeer onredelijk, afwijzing van het verzoek

Rechtbank Den Haag, 18 april 2023
In de kwestie tussen verzoeker en NN is er nog discussie over enkele schadeposten: HH en BGK. De rechtbank komt tot een gedeeltelijke toewijzing m.b.t. de HH. De rechtbank wijst het verzoek om de openstaande BGK te vergoeden volledig af. Ook betreffende de kosten deelgeschil volgt een forse matiging.
Verzoek Rechtbank
Verzoeker verzoekt de rechtbank:

(1) de kosten voor HH vast te stellen op € 2.293,50;

Verzoeker heeft a.g.v. het ongeval knieletsel opgelopen. Hij woonde in een appartement, één-hoog, zonder lift. Na het ongeval is hij bij zijn schoonouders ingetrokken. Zijn schoonmoeder doet nu (zijn) extra taken.
De kantonrechter acht het gerechtvaardigd om  hulp in te schakelen, zodat deze werkzaamheden (van schoonmoeder) voor vergoeding in aanmerking komen. Wat schoonmoeder extra doet, is echter onduidelijk gebleven. Verzoekster doet een schatting, maar de kantonrechter gaat daar niet in mee.
De kantonrechter zoekt – voor de eerste periode – aansluiting bij de Richtlijn. Van aanhoudende beperkingen is geen bewijs geleverd. Totale schade komt uit op € 1.316,–, waarvan NN al € 710,– had vergoed.
(2) de openstaande BGK volledig te vergoeden; De kantonrechter wijst het verzoek volledig af:

  • Snelle erkenning van de aansprakelijkheid
  • Geen omvangrijke of complexe zaak. Al vrij snel waren partijen het eens over een groot aantal posten
  • Het gros van de nadien door gemachtigde verzonden correspondentie ziet op vergoeding van de BGK
  • Gemachtigde lijkt zich voornamelijk bezig te houden met incasseren van zijn kosten, in plaats van de schaderegeling.
  • Verhouding schade vs. kosten is volledig zoek.
  • Tijdsbesteding is bovenmatig hoog
  • Gehanteerde uurtarief is niet redelijk. In de eerste periode was gemachtigde nog geen advocaat, inmiddels hij advocaat stagiaire. Een tarief van € 180,– is het maximale tarief voor een beginnend advocaat-stagiaire.
(3) de kosten van deelgeschil te begroten en NN in de kosten te veroordelen Verzoek = € 8.153,49. Begroting = 10 uur x € 180,–. Het gaat om een relatief eenvoudig geschil. Het ingediende verzoekschrift geeft een (veel te) uitgebreide weergave van de feiten. De zeer uitgebreide pleitaantekeningen waren grotendeels al vermeld in het verzoekschrift. Herhaling van zetten en dus niet redelijk. Uurtarief van € 180,–, geen enkele reden om kantoorkosten toe te kennen.
Tegenverzoek van verweerster ex art. 843a Rv:

Verzoeker moet inzage geven in diverse (medische) feiten en omstandigheden:

De zaak ligt al geruime tijd stil, stukken zoals door NN genoemd zijn noodzakelijk ter verdere behandeling van de zaak. Verzoekster stelt dat NN geen belang heeft, maar daarin wordt verzoekster niet gevolgd. Toewijzing verzoek.

Bijzondere kwestie, waarbij de kantonrechter op een vrij duidelijke en expliciete wijze ‘gehakt’ maakt van de gevorderde kosten en naar voren gebrachte kosten deelgeschil en de verzekeraar van het deelgeschil gebruik maakt om voortgang te bereiken…