Eerder afgesproken expertise echt nodig voor verdere schadebehandeling

Rechtbank Den Haag, 13 april 2023
Verzoeker heeft na een aanrijding in 2019 last van (niet objectiveerbare) klachten. Als gevolg van eerdere TIA’s was hij al beperkt belastbaar. Bij een eerdere mondelinge behandeling in deelgeschil hebben partijen afgesproken dat er een expertise zou plaatsvinden, om de causaliteit te beoordelen.
Verzoek Rechtbank
De rechter wordt verzocht voor recht te verklaren dat

1. NN (bij de schadebehandeling) onrechtmatig jegens hem heeft gehandeld;

De vraag of NN onrechtmatig heeft gehandeld leent zich niet voor behandeling in deelgeschil.
2. de stellingen en medische adviezen van NN van de afgelopen drie jaar van tafel moeten;

3. het causaal verband voldoende aannemelijk is en dat de inschakeling van een onafhankelijke deskundige geen meerwaarde heeft; of anders dat het medisch dossier, zoals voorhanden, voldoende is om de onafhankelijke deskundige in te schakelen;

4. NN een aanvullend voorschot op de materiële schade van € 65.000,- moet betalen;

5. NN tot aan een afwikkeling iedere maand € 2.850,- moet betalen;

NN heeft al aangegeven bepaalde adviezen niet meer bij de beoordeling te zullen betrekken.

Op basis van de beschikbare informatie kan de rechtbank geen causaliteit aannemen, daarvoor moet nu juist dat deskundigenonderzoek nog plaatsvinden. Er zijn – ook omdat er qua schadetechnische informatie nog veel stukken ontbreken – onvoldoende aanknopingspunten om ervan uit te gaan dat de schade de al betaalde voorschotten overstijgt. NN hoeft daarom geen aanvullend voorschot te betalen. 

6. NN de advocaatkosten voor de tuchtprocedure tegen de medisch adviseur dient te vergoeden; Het voeren van een tuchtrechtelijke procedure is in principe niet aan te merken als een redelijke maatregel ter vaststelling van aansprakelijkheid of schadeomvang. Kosten in verband daarmee doorstaan dan ook niet de dubbele redelijkheidstoets. Dat kan anders zijn onder bijzondere omstandigheden, maar die zijn hier niet aan de orde. Betrokkene heeft bij de tuchtprocedure ook geen belang meer, nu NN heeft toegezegd bepaalde adviezen niet meer bij de beoordeling te betrekken.
7. de kosten van deze procedure te begroten en NN te veroordelen tot betaling daarvan. Het deelgeschil is niet helemaal volkomen onterecht of onnodig ingesteld, dus de kosten worden wel begroot. Nu NN aansprakelijk is, moet zij die kosten ook vergoeden.

Verzocht wordt 26 uur en 18 minuten tegen € 255 per uur exclusief btw plus € 1.301 griffierechten (totaal € 8.007,50)

Het aantal uur in combinatie met het gehanteerde tarief is onredelijk. Gelet op de beperkte omvang en juridische complexiteit vindt de rechtbank € 250 per uur inclusief btw (meer dan) redelijk. Gelet op de ervaring van de advocaat had ook verwacht mogen worden dat hij de zaak efficiënt(er) had behandeld en niet – zoals nu is gedaan – verzoeken had gedaan die niet geschikt zijn voor behandeling in deelgeschil. 12 uur in totaal vindt de rechtbank redelijk. Inclusief btw en griffiekosten komt het totaal dan dus op € 4.301.

De tuchtklacht over de medische adviezen ging (onder meer) over het feit dat daarin was opgeschreven dat het om een low-impact aanrijding ging en dat een dergelijke aanrijding niet kan leiden tot de lichamelijke klachten die verzoeker stelt te hebben. Dat was naar de smaak van de tuchtrechter te stellig. Een genuanceerdere opmerking dat bij een dergelijke aanrijding niet te verwachten is dat er sprake is van ernstig of langdurig letsel of dat gelet op het type ongeval niet gesteld kan worden dat er op betrokkene een kracht is ingewerkt die lichamelijke klachten pleegt op te wekken is volgens de tuchtrechter wel gepast.